Na het maken van de visserstrui eerder dit jaar was ik na al dat rekenen en meten wel toe aan iets snel en simpels. Een licht en luchtig lentetruitje. Simpel om te breien was het zeker maar daarom niet minder leuk. Snel was het niet maar dat lag niet aan het patroon maar aan mij want ik had zoveel nieuwe projecten opgezet die allemaal aandacht wilden. Een maand later dan ik had gehoopt is hij af: een mooi lichtblauw lentetruitje.
Het is met elke trui of vest telkens weer hetzelfde. Bij het uitzoeken van het patroon begint de voorpret al. Daarna komt het uitzoeken van het garen en de voorpret groeit en groeit. Mijn brein vertelt me dat dit het beste en mooiste breiwerk ooit zal worden. In mijn hoofd zie ik het mezelf al dragen.
Het opzetten van een project vind ik misschien wel het leukste gedeelte van een breiproject. Je hebt nog geen idee van eventuele patronen die niet kloppen, garen dat achteraf tegenvalt, kleurverschillen, breisteken die dodelijk saai blijken te zijn, katten die er met je garen/breiwerk vandoor gaan enz.
Tegen de tijd dat ik een stukje over de helft van mijn project ben begint het stemmetje in mijn hoofd vervelend te worden: “Volgens mij is dit breiwerk een zooitje aan het worden. Overal losse draden, dat krijg ik nooit mooi weggewerkt. Oh, ik moet nog een halsboordje breien, die steken krijg ik nooit netjes opgenomen. Het ziet er ook allemaal wat frommelig uit, dat krijg je zelfs met blocken nooit meer goed”.
Dan begin ik met frisse tegenzin aan het halsboordje en na het opnemen van de steken ziet het er nog steeds uit als een onherstelbare rommelige bende maar met elke ronde boordsteek die ik brei ziet het er al logischer uit. Met elke naad die dichtgenaaid wordt en elk draadje dat ik inweef wordt het stemmetje in mijn hoofd stiller en neemt de jubelstem het weer over: “Oh, dat wordt nog leuker dan je van te voren dacht en je bent bijna klaar. Dan kun je weer iets nieuws opzetten!”.
Met dit truitje was het vervelende stemmetje wel heel aanwezig. Ik heb meerdere keren op het punt gestaan te stoppen met dit project want ik twijfelde over alles. Ik vond het motiefje heel leuk om te breien maar ik twijfelde of het mooi genoeg werd. Om mijn stekenproef te laten kloppen moest ik op een pen groter breien dan ik normaal zou doen met dit garen en dus werd het breiwerk erg los. Hoewel mijn stekenproef klopte en ik de goede maat breide had ik het idee dat het een heel klein truitje zou worden. Ik bleef twijfelen tot ik vanochtend mijn trui tevoorschijn haalde van tussen de handdoeken waar het had liggen drogen na een handwasje. Pffff, het is gewoon helemaal goed gekomen! Niks aan het handje. Motiefje klopt, maat klopt, kleur klopt, alles klopt.
De details: het patroon komt uit Filati Home – 51. Het garen dat ik gebruikte is McWool Cottonmix 130 van Lana Grossa in de kleur lichtblauw 113.
Op naar het volgende project en hopelijk kan ik deze keer weer dat rotstemmetje het zwijgen opleggen.
Ook leuk om te lezen..
Doe mee met de edding Feesttekenweken


