Nu het weer zo omgeslagen is, heb ik mijn idee om een vliegengordijn te maken even opzij gelegd en de kleurpotloden gepakt. Ook leuk, want met dat gekletter van de regen, een warme kop thee en wat gezellige muziek is kleuren beslist geen straf. Sterker nog, het ontspant, maakt je hoofd leeg en van de kleuren wordt je dan toch weer vrolijk.

Vorige week heb ik mijzelf het boek ‘Creatief kleuren voor volwassenen‘ cadeau gedaan. Een super mooi boek met maar liefst 96 pagina’s prachtige patronen om te kleuren.

Nu heb ik al jaren een grote doos met 72 mooie Coloursoft potloden van Derwent.

Maar gebruik ik ze niet optimaal. Zo wist ik wel dat je kleuren kunt mengen, maar hoe precies? En heb je dan eigenlijk wel zo’n grote doos nodig? Opzoek naar de techniek van het échte kleuren merkte ik dat er veel over schreven staat. Heel veel uitleg en nog véél meer filmpjes. Helaas heb je aan driekwart van de informatie erg weinig of wordt het weer zo ingewikkeld dat je afhaakt.

Daarom heb ik, voor ik daadwerkelijk aan het kleuren ging, de tips en uitleg verzameld en kun je hier in het kort de belangrijkste info terug vinden.

Uitleg en tips

1. Hardheid.

Met een hard potlood kun je beter details aanbrengen. En met een zacht potlood kun je beter vlakken vullen. Maar ook kleuren mengen en overgangen maken, simpelweg omdat er meer pigment wordt afgegeven.

2. Mengen

Werk bij het mengen van kleuren van licht naar donker. Dus wil je een bepaalde kleur groen krijgen die niet in je doos zit? Begin dan met geel, daarna blauw.Zorg dat je steeds van iedere kleur een dun laagje opbrengt tot je de juiste kleur hebt. Zo kun je het gehele vlak vullen of de kleur over laten lopen van licht geel naar steeds donkerder groen.

3. Schaduw

Je kunt op verschillende manieren schaduw aan brengen. Of beter gezegd, de lichtval laten zien. Bepaal vooraf waar je het licht vandaan wil laten komen en welk deel dus licht moet zijn en welk deel donker. Door met meer druk op het potlood te kleuren krijg je automatisch een donkerdere kleur. Werk ook hier altijd van licht naar donker. Je kunt een het lichtste deel nog extra accentueren door wit aan te brengen.

4. Puntenslijper

Eigenlijk is het logisch, maar toch wordt dit kleine gereedschap vaak vergeten. Zorg voor een goede scherpe puntenslijper. Een puntenslijper die bot is maakt je potlood simpelweg stuk. Wees ook niet bang om regelmatig je punt aan te scherpen, met name bij de hardere soort die je gebruikt om de details mooi scherp weer te geven.

5. Stift

De stift, dus het binnenste deel van het potlood waar je daadwerkelijk mee kleurt, is het kwetsbaarste deel. Dat is waarom we op school al leerde een potlood niet te laten vallen. De stift van een hard potlood is meestal dunner dan de stift van een zacht potlood. Voorzichtig dus, ander blijft je punt bij iedere slijpbeurt afbreken.

Door wat ik nu gelezen en gezien heb, kom ik er achter dat je voor mooi kleurwerk niet gelijk een doos van 72 kleurpotloden nodig hebt. Met een veel kleiner assortiment, bijvoorbeeld de 24 kleuren van Edu3, kun je prima uit de voeten.

De truc is simpelweg veel oefenen met kleuren mengen, kleuren over laten lopen en licht/donker aanbrengen. Daarmee breng je het geheel tot leven.

Omdat ik zelf ook altijd graag wat voorbeelden zie, dus daadwerkelijk  hoe het getekend wordt, heb ik toch bijna een dag zitten zoeken naar een goed filmpje, zonder dat het versneld wordt afgespeeld, er teveel gepraat wordt of het zo lang duurt dat je met je gedachten alweer bij je boodschappenlijstje zit.

Ik hoop dat jullie aan de twee onderstaande filmpjes ook wat hebben. Naar mijn idee kun je met toepassing van deze technieken een toevoeging aan je kleurwerk geven.

Vindt je de filmpjes toch wat te lang (vooral filmpje 1) zet hem dan gewoon stop en ga eerst zelf proberen.

Heb je deze technieken aardig onder de knie dan is er nog een tweede manier om kleuren mooi in elkaar over te laten lopen. Daar heb je de doezelaar voor nodig. De doezelaar verdoezeld of vervaagt de kleuren.

Hij is gemaakt van opgerold viltpapier. Zoals je ziet heeft het aan beide kanten een korte punt waarmee je al wrijvend kleuren kunt vervagen. Is het puntje vies of bijna weg? Simpel even over een nagelvijl halen en het is weer schoon en heeft weer een bruikbare punt.

De Doezelaar is zowel droog als nat te gebruiken. Bij het onderstaande filmpje zie je in het eerste stukje eenvoudig uitgelegd hoe je de doezelaar droog gebruikt.

Voor het fijnere werk met kleurpotloden die misschien wat harder zijn, kun je ook kiezen om het pigment uit te strijken met reukloze terpentine. Zo krijg je een prachtige overloop van kleur en dus mooie schaduw effecten. Zoals in het onderstaande (langere) filmpje te zien is.

Gelukkig is kleuren ook leuk om te doen als de zon schijnt, dus mocht het weer opknappen en ben je net lekker bezig in je kleurboek? Gewoon lekker door kleuren. Heerlijk buiten in het zonnetje…………

Kleur en kom tot rust!