Een proeflapje haken voorkomt teleurstelling!

Ook bij haken is het verstandig vooraf een proeflapje te maken, om te zorgen dat het resultaat wordt zoals beschreven in het haakpatroon. Dat is bij het haken van kleding natuurlijk extra belangrijk.

Een proeflapje is een lapje van 10 x 10 cm. In veel patroon staat beschreven hoeveel steken en hoeveel toeren je moet haken (met een bepaalde steek), om een lapje van 10 x 10 cm te krijgen.

Op de wikkel van je garen staat ook de stekenverhouding (= een proeflapje) Maar let op!! Deze infotmatie gaat alleen over een gebreid proeflapje.

Op onderstaande wikkel staat de stekenverhouding bovenaan, het vierkantje. In het vierkantje staat de naalddikte. Onder het vierkantje staat het aantal steken (in dit geval 22). Aan de zijkant staat het aantal toeren (in dit geval 28) en erboven staat de afmeting van het proeflapje (10 x 10 cm).

 

Om te kijken of je niet te strak of te los haakt (en dus een andere haaknaald moet gebruiken), is het dus verstandig eerst zo'n proeflape te haken. Dit geldt ook wanneer je ander garen gebruikt als in het patroon aangegeven staat.

Wordt je proeflapje groter (bij het aangegeven aantal steken), dan kan het zijn dat je wat losser haakt en heb je een dunnere haaknaald nodig. Neem in dat geval een haaknaald die 0,5 mm dunner is en haak opnieuw het proeflapje.

Wordt je proeflapje kleiner (met het aangegeven aantal steken), dan haak je waarschijnlijk wat strakker en heb je juist een dikkere haaknaald nodig. Neem in dat geval een haaknaald die 0,5 mm dikker is en haak opnieuw het proeflapje.