Om te naaien heb je een aantal basis steken nodig. We zetten de belangrijkste hier op en rijtje.

 

Rijgsteek

De rijgsteek is erg simpel en wordt vooral gebruikt om twee delen tijdelijk aan elkaar te zetten, in plaats van het gebruik van kopspelden. Zodra de twee stofdelen definitief met een stevige steek zijn vast genaaid, kun je de rijgdraad er eenvoudig uittrekken.

De rijgsteeg maak je door de naald op en neer door de stof te steken.

  

Stiksteek

 

De stiksteek is de meest gebruikte naaisteek om delen stevig aan elkaar te naaien. Het wordt niet alleen voor stoffen gebruikt, maar ook bij leer en bij alle ontwerpen die gehaakt of gebreid zijn.

De stik steek maak je door steeds in te steken bij het eind van de vorige steek en weer naar boven te steken een eindje voorbij het eind van de steek die je maakt. In woorden is het moeilijker uit te leggen, daarom een duidelijke afbeelding hieronder.

 

Jij-en-ik steek

De jij-en-ik steek wordt vaal gebruikt bij het netjes en onzichtbaar sluiten van naden. Het lijkt op de rijgsteek, alleen verspring je dan steeds van het ene deel naar het andere deel (van de twee delen die je aan elkaar wil zetten).

 

Flanelsteek

De flanelsteek is een siersteek waarmee je tegelijkertijd verschillende onderdelen stevig aan elkaar bevestigt. Bijvoorbeeld bij een popje. Dan is deze steek mooi te gebruiken om een mutsje vast te naaien.

 

Festonsteek

De festonsteek is een siersteek wordt gebruikt als afwerking van randen. Zo zet je stevig twee delen aan elkaar en heb je ze gelijk mooi afgewerkt.